Tekst: Henk van Reijn / Foto's: Marjan Wensink, Edzo Meerman, Ineke van Meggelen
Na een lange Corona-stop konden wij als natuurgidsen per 1 juli weer aan de slag. We hebben er lang op moeten wachten. Iedereen had er zin in om weer met de bezoekers op pad te gaan. Maximaal 16 bezoekers per gids voor wandelexcursies. Maximaal 12 voor fietsexcursies en 10 voor excursies naar de wildobservatiehutten.
Deze maxima werden in veel van de eerste excursies niet gehaald. De inschrijving voor de excursies moest aanvankelijk nog op gang komen. Maar dat deerde de gidsen niet. De gids die de excursie “Struinen vanaf Schaarsbergen” deed had slechts twee enthousiaste deelnemers, maar dat deed geen afbreuk aan haar eigen enthousiasme. Integendeel; in zo’n klein groepje kun je meestal meer verhaal kwijt omdat je op een halteplek niet op een flinke groep hoeft te wachten. En je kunt gerichter op vragen en op de interesses van mensen ingaan.
Bij de ons natuurgidsen bekendestruintocht gaat het eerst richting het Zinkgat. Halverwege, met het naaldbos links van ons, bleek dat rechts, op het wildweitje, een grote rotte aan het eten was.
Maar liefst vijf zeugen en wel 12 nog erg jonge biggen. Wat een cadeautje voor ons. Wij bleven uitgebreid kijken terwijl de leidzeug ons continue scherp in de gaten bleef houden. De gids was zelf ook alert omdat ze wist dat de rotte terug zou willen lopen naar het naaldbos. Toen we na een tijdje langzaam doorliepen durfde de leidzeug het aan om met haar groep de oversteek achter ons langs te wagen. Wat een prachtig gezicht zoals de biggen in een lange rij hun best deden de ouderen bij te houden en het bos in doken.
De gids realiseerde zich dat het wild door COVID ook lange tijd geen of weinig mensen in hun gebied gezien zal hebben. Na een bezoek aan de WO2-bunker, het Zinkgat, Bommenlijntje en vliegveldraster gaat deze gids met een groep altijd bij de wildobservatiehut het zwijnenbos in. Zij loopt dan een stuk evenwijdig aan, maar bewust vlakbij de zandweg. Bij problemen is zij dan zo weer op de weg, maar de deelnemers hebben het gevoel veel dieper het bos in te gaan. We komen daar twee prachtige ketels tegen en het geeft mensen een echt struingevoel. Temeer omdat de geijkte paadjes tijdens de lange corona-rust helemaal overwoekerd waren geraakt. Dit pionieren was voor ons een bijzondere ervaring, want dit was toch wel echt struinen.
Natuurgidsen houden van hun werk: met gasten het bos of het veld in trekken en dan vertellen over de verschijnselen en samenhangen in de natuur. Natuurgidsen zien daardoor tijdens hun werkzaamheden geen collega’s. Daarom hechten de natuurgidsen heel veel waarde aan de 3 of 4 algemene werkoverleggen die er per jaar zijn. En ze hechten aan gezamenlijke informatiebijeenkomsten over actuele zaken. Deze bijeenkomsten werden gemist.
Om tegemoet te komen aan de behoefte elkaar te ontmoeten en te spreken, was er deze zomer op vrijdag 23 juli vanaf 17.00 uur een borrel georganiseerd. Een mooi plekje is gevonden aan de picknicktafels achter De Kemperberg. Het was prachtig weer en het was goed om weer met zoveel collega’s bij elkaar te zijn. Blij te zijn met wie het goed gaat en zorgen delend waar die ook zijn. Maar ook gewoon weer eens te kunnen lachen om de leuke dingen die ons overkomen in het Park en privé.
Natuurlijk was het vooral ook genieten van alles wat er op de tafels werd uitgespreid. Er waren (groene!) gekookte kippeneieren (Leida), er was geweldige witte wijn (Marlies), schapenkaas en biologische witte wijn van een Odinwinkel (Henk van Reijn), bietensalade (Mineke) en zo had iedereen wel wat lekkers meegenomen. Hopelijk is hiermee een traditie geboren.