Tekst en foto's: Jeannette Hoek
Zo maar even het veld in gaan is er niet meer bij. Het lijkt eerder of ik voor een paar dagen op vakantie ga als je ziet wat ik allemaal mee zeul!!
Je checklist die je afloopt om te kijken of je niets vergeten bent als je de deur uitgaat: Heb ik de juiste kleding aan, zodat ik herkenbaar ben in het veld, mijn camera, vergunning, verrekijker, GPS, pen en papier, tablet, loeppotjes, petje voor de zon, boterham, water, schepnet, klopscherm, anti-mug of prikweg-roller en mijn batdetector (voor de sprinkhanen). Dan stap ik in de auto en ga op pad. Aangekomen op de locatie begint alles weer van voor af aan voordat ik de eerste stap het veld in zet.
Wat heb ik nodig vandaag in het veld. Dat kan per organisatie nog wel eens verschillend zijn. Bij inventarisaties voor de Faunawerkgroep op de Hoge Veluwe heb ik een tablet nodig, waar ik mijn waarnemingen op kan invoeren. Kost wel wat meer tijd maar werkt super. Tevens moet je daar een hesje dragen zodat je herkenbaar bent in het veld voor de medewerkers van het park en voor het publiek.
Maar als we eenmaal in het veld zijn neemt de spanning toe, wat gaan we vandaag allemaal weer zien en ontdekken……. Zo kom ik ieder jaar weer nieuwe soorten tegen, soorten die soms zeldzaam, maar soms ook algemeen zijn. Dat is het leuke aan het inventariseren van insecten. Vaak weet ik ook de naam niet en fotografeer het insect van alle kanten, want een kenmerk kan op de kop zitten, een knobbel of stekel aan de poten, in de vleugels of aan de achterlijfsaanhangsels om maar eens iets te noemen. Thuisgekomen ga je dan op zoek naar de familie en later probeer je te determineren tot op de soort.
Graag wil ik jullie laten mee genieten van een aantal, voor mij, nieuwe soorten die ik ben tegen gekomen in het veld en in mijn eigen tuin de afgelopen jaren.
Dit jaar viel mij op dat er iedere keer als ik bij de vijver stond een forse daas boven de vijver zweefde en regelmatig het water aantipte.
Nou dan wil je graag weten welke soort het is. Het schepnet klaar gelegd en dan maar hopen…… en hopen…..Twee dagen later had ik geluk de daas bleef zweven en met het schepnet heb ik hem gevangen en eens goed bekeken. Het bleek Tabanus sudeticus (Paardendaas) te zijn.
De familie Tabanidae (dazen) hebben de laatste tijd wel mijn interesse. Ze hebben prachtige ogen, die onderling ook weer verschillen. In het veld heb ik regelmatig te doen met ze……… Ze doen ongelooflijk hun best om mij stiekem te steken, zelf door de kleren heen. Dat doen ze echt op kousenvoeten. Je merkt er niets van, totdat!! Akelige jeuk en een enorme bult erop volgen. Het ligt een beetje aan het biotoop, maar in een vochtig biotoop heb ik meer last van de goudoogdazen. Een prachtig insect, waar je meer soorten van hebt dan alleen maar de Chrysops relictus (Gewone goudoogdaas). Ik heb eens op internet gekeken. Nooit geweten dat er zoveel verschillende soorten dazen zijn!!!
Nog geen dag later zit ik aan de rand van de vijver en zit er naast me in het gras een insect met een gele gloed, vreemde ogen en specifieke bouw. Het ging gelijk door me heen, dit insect moet haast een daas zijn. Het bleek de Atylotus fulvus (Gele gifoogdaas) te zijn. Ze zijn niet zo algemeen en houden van open terrein, schoon-, voedselarm-, mineraalrijk water. Een compliment voor mijn vijver!
Chrysomelidae (bladhaantjes) zijn meestal niet groot en hebben de meest glimmende felle kleuren, metallic doen ze aan. In de Hennepnetel kun je de Chrysolina fastuosa (Hennepnetelgoudhaan) tegen komen. Die heeft zelfs een aantal kleuren. Een prachtig beestje.
Chrysomelidae (bladhaantjes) zijn meestal niet groot en hebben de meest glimmende felle kleuren, metallic doen ze aan.
In de Hennepnetel kun je de Chrysolina fastuosa (Hennepnetelgoudhaan) tegen komen. Die heeft zelfs een aantal kleuren. Een prachtig beestje.
Toch moet je opletten, want een aantal soorten lijken sterk op elkaar. Dit jaar heb ik, voor mij een nieuwe soort ontdekt. Op de Hoge Veluwe liep ik op een akkertje en vond dit bijzonder insect die zijn naam alle eer aan doet. Het Egeltje!!
Hispa atra (Egeltje) valt ook onder de familie Chrysomelidae (bladhaantjes), al zou je dat niet zeggen in eerste instantie. Dit haantje is ook erg klein en ziet er bijna buitenaards uit.
Het Egeltje heb ik dit jaar voor het eerst gevonden in het park. Komt voor op verschillende akkers die aanwezig zijn in Nationaal park de Hoge Veluwe.
Nog een zeer bijzondere en ook zeldzame soort die is waargenomen in het Park is de Tremex fuscicornis, die valt onder de familie Siricidae (Houtwespen). De naam zegt het al, ze leggen hun eieren met een legboor in hout. Zij hebben als waardboom vaak berk, maar kunnen ook andere soorten loofbomen daarvoor gebruiken. De ontwikkelingsduur van larve naar volwassen insect is 2 jaar. Ze zijn afhankelijk van niet gezonde (kwijnende) bomen, anders komen ze er niet in met hun legboor.
Doordat deze soort voorkomt in het Park, komen er ook weer 3 zeldzame soorten sluipwespen voor, die specifiek parasiteren op deze Tremex fuscicornis (Houtwesp). Dat zijn Megarhyssa vagatoria, M. Superba en M. perlata. De soorten heb ik in verschillende gebieden in het Nationaal Park de Hoge Veluwe gevonden.
Mijn eerst waarneming was in 2010. Dat was zelfs de eerste waarneming in Nederland! Zo zie je maar hoe belangrijk het is dat er ook kwijnende en dode bomen blijven staan in het park. De biodiversiteit gaat daardoor zeker omhoog.
Ieder jaar is het weer een nieuwe ontdekkingstocht door het veld of onze eigen tuin. Je hoeft soms niet ver te gaan, en dat maakt het juist zo leuk. Het maakt niet uit waar je bent, er is altijd wel wat nieuws te bespeuren.
Veel plezier op uw eigen ontdekkingsreis! Jeannette Hoek
Alle foto’s zijn gemaakt door Jeannette Hoek en mogen niet verder gebruikt worden zonder schriftelijke toestemming.