Voor de Faunawerkgroep geen winterslaap ...
Tekst en Foto's: Nina de Vries / Wim Weenink
Zo tegen het eind van het jaar zijn de meeste inventarisaties afgerond: de reptielen en amfibieën zijn in winterslaap gegaan, insecten overwinteren in verschillende levensstadia en zitten vaak goed verborgen. Ook de kleine zoogdieren trekken zich terug en laten zich steeds minder zien. Alleen voor de vogels staan nog een paar tellingen op het programma. Eind december vinden namelijk de eerste klapekstertellingen plaats. Het is elk jaar weer spannend hoeveel van deze wintergasten de Hoge Veluwe verkiezen als hun ideale plek.
En ook voor de vleermuizen staat er nog één telling op het programma. De winterverblijven worden bezocht en de aanwezige soorten worden op naam gebracht en geteld. Soms komen we dan vleermuizen met een zendertje tegen, waardoor we ook kunnen achterhalen waar deze in de zomer verblijven. Eén van de gezenderde vleermuizen die we de laatste jaren regelmatig vinden heeft zijn zendertje in het Noord Hollandse duingebied gekregen, die maakt dus elk jaar een behoorlijke reis naar zijn winterverblijf.
Dat veel dieren minder actief (en minder zichtbaar zijn) betekent echter niet dat de winter de rustperiode is voor de leden van de Faunawerkgroep. Iedereen heeft namelijk ook een zogenaamd ‘houtoogstperceel’ toegewezen gekregen. Dit zijn de bosvakken waarin in het najaar van 2020 hout gekapt gaat worden. Elke winter voorafgaand aan de kap gaan wij door deze percelen op zoek naar grondholen, holtes in bomen en horsten (roofvogelnesten). Een klus die het best gedaan kan worden als het blad van de bomen is, nu dus. In het voorjaar, als de (bos)mieren weer actief worden gaan we nogmaals door deze percelen op zoek naar de mierenkoepels.
Eind van het jaar is ook de tijd om de gegevens te verwerken, rapportages te schrijven voor het jaarverslag. Want je tellingen houd je natuurlijk lopende het seizoen bij, maar het totaalplaatje van de waarnemingen en het vergelijken met voorgaande jaren is altijd een mooie afsluiting. Helaas is het beeld dan niet altijd even rooskleurig, sommige soorten worden steeds minder vaak gezien of in kleinere aantallen, of lijken zelfs verdwenen te zijn. De libellen, vlinders en ook reptielen hadden een zwaar jaar met deze tweede droge en warme zomer op rij.
De Hoge Veluwe is een prachtig Park, met een rijke faunagemeenschap waar nog veel te inventariseren en onderzoeken is.
De Faunawerkgroep probeert hiervan zoveel mogelijk in kaart te brengen, maar door gebrek aan menskracht lukt het niet altijd onze plannen waar te maken.
Daarom deze oproep:
wil je mee helpen en beschik je over voldoende kennis … wij zoeken nog mensen voor de broedvogelmonitoring, de reptielen- en amfibieën-, dagvlinderroutes- en sprinkhaneninventarisaties.
Voor meer informatie: Nina de Vries, coördinator Faunawerkgroep